Skip to content

Minister Hugo de Jonge bijt zich in Zwolle vast in ‘taaie’ woningmarkt: ‘Ook buiten stad bouwen’

– Lokale CDA-kandidaten ontvangen Hugo de Jonge (m) in Zwolle om hem hun woningmarktpamflet aan te bieden.
© Frans Paalman

 

Het is onmogelijk om extra woningen te bouwen in Zwolle zonder daarbij groene ruimte in de buitengebieden op te slokken. Met die boodschap komt woonminister Hugo de Jonge tijdens een CDA-campagnebijeenkomst in de stad. “Het is nodig voor het tempo en de betaalbaarheid.”

Hugo de Jonge stiefelt maandagavond even voor negen uur het kantoortje van Schutte Bouw in het centrum van Zwolle binnen. De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening laat zich hier op uitnodiging van het lokale CDA bijpraten over de metamorfose van de Weeshuispassage. Boven op de winkelpanden komen appartementen. Dat moet het gebied levendiger maken en de woningnood verzachten.

– Hugo de Jonge op de bouwplaats van Schutte in Zwolle.
© Frans Paalman

 

‘Taai’ is het woord dat meermaals valt uit de mond van De Jonge. Laat hij als CDA-minister de ene crisis (corona) over aan opvolger Ernst Kuipers, mag hij zich nu vastbijten in een ander loodzwaar dossier. “Het wordt een heel taaie klus om richting de 100.000 nieuwe woningen per jaar te gaan in Nederland, want vorig jaar waren het er 78.000. Het tempo moet omhoog. Er is echter niet één oplossing.”

De Jonge somt daarom nog maar eens wat ingrepen op tegenover de pakweg vijftien toehoorders uit de politiek – CDA-fractievoorzitter Jan Nabers liet er zelfs de gemeenteraadsvergadering voor schieten -, bouwwereld en media. De al eerder aangekondigde wet gaat er komen: om eigen inwoners en mensen met een beroep waaraan veel behoefte is – leraar, verpleegkundige agent – voorrang te geven bij ‘sociale nieuwbouw’ (huizen tot zo’n 350.000 euro). Een nationale zelfbewoningsplicht voor alle huizen die op de markt komen, zoals GroenLinks-leider Jesse Klaver wil, gaat De Jonge dan weer te ver, omdat hij investeren wel aantrekkelijk wil houden.

– Hugo de Jonge wordt bijgepraat over de nieuwbouw in het centrum van Zwolle.
© Frans Paalman

 

Het bezoek van de minister komt rond het moment dat de gemeente Zwolle juist het jaaroverzicht over woningbouw publiceert. Uit de zogeheten Monitor Wonen 2021 blijkt dat afgelopen jaar 746 huizen gebouwd zijn. Met zo’n 100 huizen die te koop staan in de stad, is er voor woningzoekers eigenlijk niets meer te kiezen. Komt nog bij dat de huizenprijzen afgelopen jaar met 23 procent gestegen zijn tot gemiddeld 405.000 euro.
Een crisis die ook De Jonge niet zomaar even oplost. Navraag bij de Zwolse woonwethouder Ed Anker leert dat de minister wel aan bepaalde knoppen kan draaien om de regio tegemoet te komen. Extra geld, meer ambtenaren en het schrappen van belemmerende regels en stikstofbeperkingen, om maar eens wat te noemen.
De Jonges voorganger Kajsa Ollongren wilde een zogeheten woondeal voor Zwolle, Apeldoorn en Deventer echter niet honoreren. Daardoor loopt de regio miljoenen mis voor woningbouwprojecten. Een daarna aangenomen motie van VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis uit Raalte om er alsnog over in gesprek te gaan, heeft vooralsnog niet het gewenste effect gehad.

Ik denk dat iedere regio aan zet is, overal is de schaarste groot. Overal is veel werk te doen en met elkaar zullen we de klus moeten klaren

– Hugo de Jonge, minister

 

“De komende maand gaan we de woningmarktplannen verder uitwerken. Daar kom ik dus graag op terug”, zegt De Jonge wanneer hij daarmee geconfronteerd wordt. “Ik denk dat iedere regio aan zet is, overal is de schaarste groot. Overal is veel werk te doen en met elkaar zullen we de klus moeten klaren.” En ja, het Rijk wil daarbij volgens de minister meer regie nemen en financieel bijspringen indien nodig.

“Maar geld is niet het grootste probleem.” Het gebrek aan personeel in de bouw en bij de overheid is wat De Jonge betreft urgenter. Een pasklare oplossing ligt er nog niet. Wat in ieder geval niet helpt is nieuwbouw alleen toestaan in al bebouwd gebied, blijkt uit zijn relaas. Sommige partijen in Zwolle willen dat juist wel, om zo het groene buitengebied te ontzien. “Het moet allebei, want binnenstedelijk bouwen kent een langere doorlooptijd en is duurder. Je moet ook naar buiten toe om het tempo erin te houden.”

Back To Top